Magnit | June 22 2022 |
When Jeroen Hulsman, Director of Product Management & Innovation, and Sharon Verstegen, Manager Learning & Development, of Nevi look back at the first lockdown due to corona, a smile appears on both faces. A smile of pride about the speed with which they were able to convert their education and training into online alternatives. Also proud of the willingness and dedication among the employees and the external teachers and of the help from Brainnet, who turned out to be an indispensable link. “A real win-win situation. And still. Digital teaching has acquired a sustainable place in the training country.”
Nevi verzorgt acht branche-erkende opleidingen en zo’n zeventig trainingen op het gebied van inkoop-, supply- en contractmanagement. “Vóór de coronacrisis was 99 procent van wat we deden klassikaal”, zegt Verstegen die leidinggeeft aan een team van programmamanagers, redacteurs en planners die de opleidingen en trainingen ontwikkelen. Zij waren degenen die razendsnel de switch moesten maken van fysiek naar digitaal lesgeven toen duidelijk werd dat de pandemie langer dan een paar maanden zou gaan duren. “Bij aanvang hebben we heel bewust de keuze gemaakt om goed te kijken naar welke opleidingen en trainingen geschikt zijn voor online lessen en welke minder. De omslag betekende ook dat we de docenten moesten trainen en dat we moesten zorgen voor technische support. Al snel ontstond het idee om de docent op het gebied van techniek te laten ondersteunen door een co-facilitator. Als cursisten met technische problemen kampen, lost de co-facilitator dit op, zodat de docent zich volledig op de inhoudelijke les kan focussen. Deze rol kenden we nog niet.”
Initially, they accommodated the co-facilitator function internally, but that was not sustainable in the long run. A structural solution was needed. “We wanted to create a pool of co-facilitators. But how?” says Hulsman. He put this question to Tjebbe van Oostenbruggen, general manager of Brainnet. “Other regulations apply to the ad hoc deployment of on-call workers. It would also become relatively expensive, because we would have to offer people an hour contract while we actually needed a lot of short and flexible deployment. In addition, it would not be motivating for the on-call workers to have nothing to do. Then Tjebbe made the proposal to deploy Brainnet employees. A number of employees had less to do because of corona, but wanted to stay at work. And in this way we did not have to deal with on-call contracts. This has resulted in a Brainnet pool, which they coordinate. We send a plan of what we need and they fill it in. This is how we helped each other through the crisis.”
“And still,” adds Verstegen. “But we no longer work with their internal people. They now have a pool of mostly students available to us. At the peak, the Brainnet pool of co-facilitators consisted of about 25 people. Now there are six or seven. What was nice to see is that the number of phone calls with questions from their side was decreasing. It turned out that they had started a Teams group in which they shared certain knowledge and problems with each other. I dare say that we are really unburdened in this.”
Digitaal lesgeven betekende dat Nevi overging van fysieke naar digitale dienstverlener. Iets waar de organisatie niet op was ingericht. Naast co-facilitators was er bijvoorbeeld ook behoefte aan technische ondersteuning buiten de lessen om. Hulsman: “Wij hadden helemaal geen ICT-helpdesk voor online deelnemers. Als de beamer bij een fysieke training in een hotel het niet deed of je kon de zaal niet vinden, dan liep je naar de hotellobby. Online hadden onze cursisten niets om op terug te vallen. Deze taak hebben we ondergebracht bij een extern bedrijf die de helpdesk voor interne medewerkers al voor ons verzorgde. Hierbij hebben we ongeveer dezelfde route doorlopen als met Brainnet.”
Bij de overgang van fysiek naar digitaal gaf Nevi de deelnemers de keuze: online doorgaan of afwachten. De helft koos voor online, maar naarmate de tijd verstreek nam de vraag toe. Belangrijk voor Verstegen was dat bij elke opleiding of training de kwaliteit gewaarborgd bleef en er geen concessies werden gedaan aan de inhoud. Met de toenemende vraag, nam ook het aantal opleidingen toe dat online beschikbaar werd. Hulsman: “In het begin was er wat terughoudendheid om online te gaan bij deelnemers én docenten, maar dat is nu helemaal verdwenen. Nederland is ‘online-wijs’ geworden en er zal vraag naar blijven bestaan. Toch merkten we medio vorig jaar dat tegelijk met de versoepeling van een deel van de coronamaatregelen ‘online moeheid’ zijn intrede deed. Mensen wilden elkaar toch weer fysiek ontmoeten. De ideale oplossing hiervoor is blended learning. Een leermix van online, fysiek en andere leerinterventies. We hebben de coronaperiode gebruikt om hierin te investeren. Wij gaan door met een combinatie van online en fysieke trainingen.”
Het team van Verstegen werkt samen met de externe docenten aan het blended maken van de opleidingen en trainingen. Verstegen: “We kijken hierbij naar wat de doelgroep nodig heeft, wat die aankan en wat we willen bereiken met de opleiding of training. Dan zie je bijvoorbeeld dat theorie leren prima online en asynchroon kan, terwijl aan klassikaal behoefte is als je samen de verdieping wilt zoeken, praktijkervaringen wilt uitwisselen of integrale vaardigheden wilt oefenen. De ideale mix is voor iedere opleiding anders. Ik denk dat we nog zo’n 1,5 jaar bezig zijn om dit door te voeren in ons gehele onderwijspalet. Dat is nu onze uitdaging. Als het kwalitatief online kan, dan maken we dat mogelijk.”
Onlangs ontving Nevi de Cedeo-waardering, het keurmerk voor opleiders. Onderdeel hiervan is een tevredenheidsonderzoek onder cursisten. Hulsman: “We kregen veel complimenten over hoe wij de coronaperiode hebben aangepakt. Met name de snelheid waarmee we zijn omgeschakeld en de goede begeleiding door co-facilitators en de ICT-helpdesk. We hebben er veel energie in gestopt en dat heeft zich uitbetaald. We proberen het zo goed mogelijk te doen en als klanten dat erkennen, is dat de ultieme waardering.”
Nevi werkt sinds oktober 2016 samen met Brainnet. Het kennisinstituut werkt momenteel met ongeveer 150 externen (170 externe inzetten) en heeft 56 kantoormedewerkers. De flexibele schil bestaat uit docenten, examinatoren en trainers die vanuit de praktijk hun expertise overbrengen aan de deelnemers van de acht opleidingen en ongeveer zeventig trainingen die het kennisinstituut verzorgt.